Familieparkeerplaats

Of ik iets aan onderzoeksjournalistiek wilde doen? Natuurlijk! Onderzoeksjournalistiek is mijn twee natuur. Ik identificeer mij tegenwoordig dan ook als ‘senior onderzoeksjournalist’. Een thema dat de andere onderzoeksjournalisten links lieten liggen is de familieparkeerplaats. Goeie uitvinding!

Dat doet mij denken aan de tijd dat ik die parkeerplekken nodig had maar ze er niet waren. Je stond dan bij je oude Golfje met de deuren half open omdat er niet genoeg ruimte was en je probeerde je kinderen in de auto te persen. Dat is weer eens wat anders dan uitpersen. Dan moest je ook nog de Maxi Cosy en die veiligheidsgordels aansnoeren waardoor je in de meest oncharmante positie voorovergebogen in de auto stond en maar hoopte dat niemand naar je keek.

Vervolgens moest je maar afwachten of je boodschappen er nog stonden om die in de kattenbak te duwen. Daarna achteruit wegrijden uit dat smalle plekje, zonder stuurbekrachtiging en waarschuwingspiepjes die nieuwe auto’s wel hebben, maar wel met blèrende kinderen op de achterbank.

Dat is nu veranderd en dat is super. Familieparkeerplaatsen zijn breder en liggen ook nog eens direct bij de ingang dus de uitvinder van dit idee verdient de Nobelprijs. Wat mij wel opvalt is dat die gezinnen van tegenwoordig niet meer in oude Golfjes rijden maar in de meest luxueuze nieuwe bakken. Bakken in de zin van enorme lompe, grote auto’s die volgens de kenners ook nog eens razendsnel zijn. Hoe doen die jonge gezinnen dat tegenwoordig?

Ik ging op onderzoek uit. Het was een regenachtige dag, zoals altijd, dus ik kon mij onopvallend verdekt opstellen onder de overkapping van de winkelwagens. Dat kwam goed uit.

Op drie familieparkeerplaatsen had ik goed zicht en zag daar drie auto’s staan met een gemeenschappelijk waarde waarvoor je prima een huis kunt kopen. Ik had geluk. Na een paar minuten kwam de eerste ‘familie’ terug uit de supermarkt. Het bleek echter een éénpersoonshuishouden. Ja, je kunt jezelf wel een gezin noemen maar zonder iemand tegen het wokehoofd te willen stoten: een familieparkeerplaats is toch echt bedoeld voor een familie met kleine kinderen. Zo staat het tenminste op het bord.

Op de andere parkeerplek stond ook al zo’n grote nieuwe bak. Ik liep er onopvallend langs, op weg naar de andere winkelwagengarage en keek onderweg stiekem naar het merk. Een enorme Volvo waar mijn oude Golfje twee keer in had gepast. Ook al niet zo’n voor de hand liggende gezinsauto lijkt me. Ik arriveerde bij de tweede winkelwagenoverkapping die dicht tegen de derde familieparkeerplaats ligt. Ik keek weer om en zag tot mijn schrik de bestuurder nog achter het stuur zitten. Het was een Porsche.

Hij bleek meer geïnteresseerd in zijn telefoon dan in mij, iets wat me de laatste jaren wel vaker overkomt, en razendsnel schakelde ik naar mijn incognitomodus en pakte een karretje. Ik liep onopvallend weer terug naar de Appie en kwam daar een veel te ‘chique’ vrouw tegen met een fles in de hand waarvan ik uit vroeger tijden de contouren herkende: champagne. Ze stapte in de Porsche, die direct weg scheurde.

Geen gezin met grote pakken luiers of poedermelk maar gewoon een patser met een foute vriendin. Ook de Volvo reed later weg zonder gezin en met maar één inzittende: de bestuurder. Geen blèrende kinderen maar wel een blèrijzer.

Na mijn onderzoek kunnen we maar één conclusie trekken: grote auto’s en fatsoen gaan vaak niet samen. Wat kan ik doen?

Nou ja, een stukkie tikken dan maar….

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *