Maraadthon

Sjoerd Bakker, VVD Ede

 

We kennen allemaal de voorbeelden van vrijheid van meningsuiting. Begin een zin naar een gezagsdrager met “Jij bent een…”, gevolgd door een scheldwoord, en je hebt een groot probleem. Begin je de zin echter met “Ik vind jou een…”, kom je er wellicht mee weg. “Dat mag ik toch vinden? Vrijheid van meningsuiting!”.

Onwillekeurig denk ik terug aan een uitzending van Splinter Chabot waarin hij op een van de terrassen op Het Plein in Den Haag een interview heeft met Mark Rutte. Een wandelaar roept tijdens het interview in het voorbijgaan naar onze minister-president; “Ik ben helemaal klaar met jou!”. Splinter vraagt; “Vind je dat niet vervelend?”. “Nee, waarom?”, zegt Mark vragend. “Hij heeft ook een mening en die mag hij toch uiten?”. Dat kan dus allemaal in Nederland. Ook al gaat het soms best ver.

Wat helaas steeds minder wordt geaccepteerd, is de vrijheid van meningsvorming. Tijdens het vormen van je mening, kan het zijn dat je standpunt verandert. Dat wordt vaak eerder negatief dan positief uitgelegd. Termen als “draaikont”, “onbetrouwbaar” en “die weet ook niet wat hij wil” komen dan voorbij. Terwijl het in een debat juist zo enorm belangrijk is om te durven veranderen van standpunt wanneer je argumenten hoort die je nog niet eerder kende.

In debatten zijn deelnemers steeds vaker aan het zenden en minder aan het luisteren. Als een tegenstander in het debat het niet met je eens is, herhaal je je standpunt gewoon nog een keer. Maar dan vaak met luidere stem en zonder nieuwe argumenten of andere inzichten. Zonde. Verplaats jezelf eens in ‘de ander’. Probeer het onderwerp eens vanuit zijn of haar standpunt te bekijken en wellicht kom je tot nieuwe inzichten.

In de gemeenteraad van Ede maken we onderscheid tussen ‘oordeelsvormende’ en ‘besluitvormende’ vergaderingen. In de oordeelsvormende vergadering is het de bedoeling om met elkaar in de debat te gaan om gezamenlijk een oordeel te vormen over een specifiek onderwerp. Echter, met 39 raadsleden in 12 verschillende fracties en een beperkte tijd om te vergaderen, wordt een écht debat steeds lastiger.

Partijen hebben zorgvuldig voorbereide bijdragen die zijn afgestemd met (of op) de eigen achterban. In extreme gevallen hoor je 12 keer dezelfde bijdrage voorbijkomen in de enkele minuten spreektijd die elke fractie toegekend heeft gekregen. Voor de kleine fracties is het natuurlijk lastiger. Je kunt je als eenmans- of eenvrouwsfractie immers niet verdiepen in álle onderwerpen en dan moet je keuzes maken. Dan heb je een keuze gemaakt, zorgvuldig gewerkt aan jouw bijdrage en dan wil je die natuurlijk ook uitspreken.

Het is dapper om dan te zeggen; “Voorzitter, ik zie af van mijn bijdrage want deze is al diverse keren voorbij gekomen. Ik heb mijn mening gevormd”.

Zo was ik in het begin van mijn raadsperiode voorstander van het legaliseren van permanente bewoning voor recreatiebewoners. Het zou in één klap een groot probleem oplossen voor het enorme huizentekort. Inmiddels weet ik beter, na goede gesprekken met onze wethouder, Hester Veltman.

Honderden eigenaren hebben zich, na handhaving op permanente bewoning, braaf aan de regels gehouden. Zij hebben hun recreatiewoning verlaten en soms ook verkocht. Stel dat we nu wél zouden gaan legaliseren. Dan betekent dat een enorme waardevermeerdering (lees; beloning) voor de mensen die zich niet aan de regels hebben gehouden omdat ze er gewoon bleven wonen. Het is ook erg oneerlijk voor de mensen die zich wél aan de regels hielden en zijn vertrokken. Zij hebben kosten gemaakt om te verhuizen. Soms verkochten ze ook hun woning voor een fractie van de waarde die het zou hebben als permanente bewoning zou zijn toegestaan. Er zouden ongetwijfeld rechtszaken komen met mogelijk forse schadevergoedingen. Op te brengen door de gemeente Ede (en uiteindelijk dus door haar inwoners via belastingen).

Met deze argumenten dacht ik er anders over en (belangrijker) ik denk ook dat ik deze mening prima kan uitleggen aan onze inwoners. Mijn mening was gevormd. Dat voelde als een verrijking!

Graag geef ik het stokje van deze ‘maraadthon’ door aan mijn zeer gewaardeerd collega-raadslid; Gabriëlle Hazeleger van Gemeentebelangen.