De gemeente Ede heeft een rekenkamer. Dat is gewoon wettelijk verplicht.
Hieronder staat keurig vermeld wat die rekenkamer kan onderzoeken.
Zou het project World Food Center Experience onderzocht kunnen worden; dat befaamde voedselpretpark?
Op de website van de Edese rekenkamer staat het volgende.
De Rekenkamer onderzoekt de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gevoerde beleid van de gemeente Ede:
- Haalt de gemeente de afgesproken doelen?
- Doet ze dat binnen het afgesproken budget?
- Voldoet het beleid aan de wettelijke kaders en regelgeving?
Haalt de gemeente Ede bij dat voedselpretpark de afgesproken doelen? Het antwoord is neen.
Worden de doelen behaald binnen het afgesproken budget? Nou, daar zou de Edese rekenkamer wel enkele hoofdstukken aan kunnen wijden!
Voldoet het beleid aan de wettelijke kaders en regelgeving? Eind december 2022 heeft de Raad van State een negatief oordeel geveld over het plan. Het plan cq beleid voldoet dus niet aan de wettelijke kaders en regelgeving. Dus het antwoord is dus neen.
Meer dan voldoende redenen om de gemeentelijke Edese rekenkamer een onderzoek te laten verrichten naar het project World Food Center Experience.
Wie kan eigenlijk een verzoek indienen bij die Rekenkamer? Het antwoord is simpel! Iedereen!!
Je zou als rekenkamer bij het begin van het voedselproject kunnen starten, namelijk de wedstrijd! Alweer meer dan tien jaar geleden heeft een bedrijf uit Ede een wedstrijd uitgeschreven wie een voedselpretpark mocht (?) beginnen en de gemeente Ede heeft daar vrolijk aan meegedaan. Er moest wel startgeld betaald worden maar dat was voor Ede geen enkel punt! De gemeente Ede heeft destijds gesuggereerd dat ook de gemeente Rotterdam meegedaan heeft aan die wedstrijd. De rekenkamer zou kunnen nagaan of dat het geval was. Maar dat is een kleinigheidje.
Er moet natuurlijk wel een onderzoeksvraag geformuleerd worden.
Nou, dat kan die rekenkamer heus zelf wel!
Zouden er nog meer onderwerpen zijn die onderzocht zouden kunnen worden door de Edese rekenkamer? Natuurlijk! Een vanzelfsprekend onderwerp over een paar jaar: de verkoop van gemeentelijk onroerend goed. De onderzoeksvraag is simpel: voldoet de verkoop van gemeentelijk Edes onroerend goed aan de Europese wet- en regelgeving en de Europese richtlijnen? Daarbij kunnen enkele gemeentelijke verkopen onderzocht worden: de verkoop van het Hoekelumse theehuis, de verkoop van een plantsoen in Bennekom, de verkoop van de Mauritskazerne en de verkoop van de Frisokazerne.
Ik voorspel dat de gemeenteraad van Ede zelf helemaal niets gaat doen richting de rekenkamer. Die raad gaat echt geen verzoek richten aan de rekenkamer om het project voedselpretpark te onderzoeken. Die gemeenteraadsleden kijken wel uit. Die willen toch geen onderzoek naar het handelen van henzelf? Gelukkig kunnen alle andere inwoners van Nederland wel een verzoek indienen bij de Edese rekenkamer. Nou ja, afgezien van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede. Dat college houdt zich louter bezig met het zeer wijs besturen van de gemeente Ede. Dat vindt het college meer dan voldoende. Dat hoeft echt niet onderzocht te worden. Temeer omdat het voortdurend murmelende achtergrondkoor, te weten de gemeenteraad, het college immer steunt. Daar moeten de inwoners van Ede dan maar op vertrouwen! Wellicht gaat op een gegeven moment een eigenwijs gemeenteraadslid toch bij het college van burgemeester en wethouders informeren of de rekenkamer een onderzoek zou kunnen gaan doen in het kader van het voedselpretpark. Dan zou de burgemeester zijn befaamde lijfspreuk van stal kunnen halen (citaat uit een raadsvergadering): “u bent het enige raadslid dat daar naar vraagt”.