Vroeger was alles anders

Hij geniet van zijn nieuwsgierige kleinzoon.  Gelukkig hebben zijn ouders het heel druk en heeft hijzelf veel tijd. Hierdoor wordt hij veel gevraagd voor oppassen. Zijn kleinzoon is nu elf en de band is in de loop van de tijd steeds hechter geworden.

‘Dus…’ vraagt de kleinzoon, ‘toen jouw vader zo jong was als ik dachten ze daar anders over?’

‘Ja…’ antwoordt de opa, ‘voor de Grote Pandemie was alles anders. Je had toen nog landen met vaste grenzen en al die landen hadden eigen regeringen, met hun eigen wetten en regels.’

‘Hoeveel landen waren er?’

‘Ongeveer 300.’

De kleinzoon fronst zijn wenkbrauwen. Vraagt: ‘Dat is toch niet te doen?’

‘Dat was ook de les van de pandemie. Bovendien hadden al die landen steeds meer problemen met de klimaatopwarming. En dan had je ook nog oorlogen…’

‘Oorlogen? Daar heb ik over geleerd. Was dat dat landen en groepen met elkaar… vochten?’ (maakt gebaar van vuisten tegen elkaar)

‘Ja, dat deden sommige groepen toen nog.’

‘Belachelijk, daar is toch helemaal geen tijd voor? Dat is toch verspilling van energie?!’

‘Er was toen nog de gedachte, dat mensen moesten winnen van elkaar, de ene moest sterker of rijker of slimmer zijn dan de andere, dat hadden groepen ook, dan had je ook religies en politieke opvattingen. Er was veel strijd en dat leidde ook tot ruzie. Zelfs tot geweld en oorlog en daardoor…’

‘Belachelijk, iedereen weet toch dat mensen sámen moeten werken om… alles voor elkaar te krijgen?’

‘Concurrentie, competitie, winnen, de beste zijn als bedrijf of land was toen het belangrijkste, lieve jongen. Het eerste op Mars zijn, de grootste economie hebben, de snelste…’

‘Wat idioot, opa, dat is toch kinderachtig… ‘(trekt smalend gezicht)

‘Gelukkig is er nu geen oorlog meer, en eigenlijk ook geen terreur en criminaliteit en dat is maar goed ook…’

‘We moeten toch met z’n allen bouwen, elkaar helpen, ziekten en rampen bestrijden. En de energie en uitvindingen eerlijk verdelen?’

‘Precies, nu we een wereldregering hebben en er geen geweld meer is, is er ook veel meer vertrouwen in elkaar. Iedereen mag overal naar toe en iedereen weet dat we veel meer overeenkomsten hebben dan verschillen. Dat was toen helaas anders. Toen dacht men ook dat de wereldbevolking steeds moest groeien om de welvaart te behouden. Maar nu weten we dat dat onzin was. Net zoals eeuwige economische groei.’

‘Iets dat altijd groeit dat knapt toch op een gegeven moment?’

‘Zeker! Maar toen dacht men anders.’

‘Ik ben blij dat ik nu leef, opa! Oei, ik zou met Elma naar school fietsen. We gaan samen aan Russisch beginnen en om elf uur komt er een jongen met Russische voorouders ons op weg helpen.’

‘Weet je dat je heel vroeger leerplicht had?’

‘Leer… plicht? (kijkt vies). Pfff. Leren is heerlijk! Opa zoals ik al zei, ik ben blij dat het 2129 is.’

 

 

Foto: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bol_van_glas_-_Upsite_down_(12172138354).jpg

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *