Eerste burger

Ik woon in Ede en hou van wandelen. Dus loop ik veel door Ede. Zoals een tijdje terug toen ik met vrienden een zaterdagavondwandeling maakte. We flitsen even terug naar Toen.

We dalen af langs de heerlijke trapakkers en passeren het raadhuis. Het baadt in een zee van licht. Hoewel er geen ambtenaar te bekennen is, branden de lichten beneden en op alle etages. Vreemd. Zou de gemeente in haar groene beleidsvisie van mening zijn dat overdag opgewekte stroom ’s nachts geloosd moet worden? Of zien we een bataljon overwerkende beambten over het hoofd omdat ze een peptalk ondergaan in de gewelven? 

Het gesprek met mijn vrienden komt op de eerste burger van Ede. Daarover wisselen de meningen. ‘Hij doet zoveel voor Ede’, zegt mijn vriendin, ‘en dan maakt-ie ook nog tijd voor bezoekjes aan diamanten echtparen.’ 

De burgemeester zal binnenkort zijn ambtsketen aan de wilgen hangen. Als korporaal in de Edese kazernes en douaneambtenaar leerde hij de overheidsdienst van haver tot gort kennen. Daarna vervolgde hij zijn loopbaan binnen het CNV. Als lid van het CDA kwam hij in de Tweede Kamer. Hij schopte het zelfs tot staatssecretaris van Defensie in twee achtereenvolgende kabinetten Balkenende. Daarna werd hij Edes burgervader.

‘Hij houdt wel van een grapje’, zegt mijn vriend. ‘Wist je dat-ie ooit de aanspreekvorm “Excellentie” voor bewindspersonen in ere wilde herstellen? Bleek een 1 aprilgrap te zijn.’

We lachen erom.

 ‘Maar’, vervolgt mijn vriend, ‘wat later kwam hij met  serious business. Hij wilde imams aanstellen voor de geestelijke verzorging van moslims in het leger. Imáms, kun je je voorstellen?!’

 Over of dat ook daadwerkelijk is gebeurd, tasten we in het duister.

Ter hoogte van Oscar betreedt mijn vriend het oorlogspad: ‘wist je wel dat-ie de Kamer heeft voorgelogen? Er was een affaire over een klokkenluider bij defensie. Toen heeft-ie de Kamer wel 20 keer bedonderd!’

Zwijgend doorkruisen  we de schaduw van de Grote Kerk. Ik peins over iets wat mij bij het aantreden van de betreffende burgemeester was opgevallen. Iets met een luchtje. Speciaal voor de verstokte roker die de burgervader was werd door de gemeente een aparte rookruimte aangelegd zodat hij pal naast zijn werkkamer kon paffen. Privilege via achterkamertjes zeg maar.

Terug naar Nu

Aan het verleden kunnen we geen verwachtingen voor het nu ontlenen, laat staan voor de toekomst. Maar laten we geen ouwe koeien uit de sloot halen, maar deze bedekken met de mantel der liefde. Zand erover dus en we beginnen met een schone lei. Dus stellen we vast dat Edese ambtenaren noch politici verkwistend bezig zijn en dat onze huidige eerste burger goed bezig is.

Toch?

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *