ZWAAR IN DE FOUT TE NEDERWOUD

Afgelopen week stond gemeente Ede zeer negatief in de nationale schijnwerpers. In buurtschap Nederwoud bij Lunteren is de auto van een fotograaf, die op een melding van een autobrand was afgekomen, heel bruut met een shovel op de kop in een sloot gekieperd. De twee inzittenden moesten dan ook door de brandweer uit hun benarde positie worden bevrijd. Intussen zijn de schuldigen opgepakt en zal waarschijnlijk wel poging tot doodslag dan wel moord ten laste worden gelegd.

Op social media was de correlatie tussen de plaats van het delict en de kerkelijke gezindheid in de nabije omgeving volop onderwerp van allerhande opmerkingen en dat had echt geen complimenteus karakter. Toen iemand mij naar aanleiding van dit alles vroeg of ik enig idee heb hoe het kan dat ook in Edese buitendorpen een soort van wetteloosheid kan ontstaan ben ik daar eens over na gaan denken. Hoe kan het toch dat zulke doorgaans vrome mensen zich soms zo kunnen laten gaan?

Ook ik ben opgegroeid in een orthodox kerkelijke gemeenschap die claimde de theologische waarheid in pacht te hebben en zelfs het predicaat ‘ware kerk’ hanteerde. Wij waren als gezin in het dorp een enkeling in een omgeving van voornamelijk ‘lichte’ gereformeerden en hervormden. We kerkten zelf in een naburig dorp zo’n zeven kilometer verderop. En de kerk waar we naar toe gingen had ook maar een zeer beperkt aantal leden, die zeer verspreid over een aantal dorpen, in een groot gebied ver van elkaar woonden.

Dat had allemaal wel als gevolg dat je als enkeling een opvallende rol ervoer in de nabije samenleving. Dat gegeven stond dan ook heel centraal in mijn opvoeding met als gevolg een enorme bewustwording dat er op je gelet werd. Dat had dan ook een sterke impact op je doen en laten en dat alles onder het motto ‘Niet van de wereld maar er wel in!’ en ‘Gij geheel anders!’ Na de basisschool kreeg ik te maken met een collectief van leerlingen uit een specifiek dorp waar diezelfde kerkgemeenschap juist heel erg groot was.

Ik merkte bij hen dat ze veel minder zelfkritisch waren en meer neigden tot zaken die voor mij onbestaanbaar waren. Door in kerk/dorp/school en bij andere activiteiten veelvuldig in een grote hechte groep te opereren kon er blijkbaar bij hen meer. De gedachte hoe anderen naar hen keken raakte meer op de achtergrond. Men voelde zich als groep ronduit sterk en vond ook bescherming bij elkaar. Ik zocht daardoor bewust meer aansluiting bij andere leerlingen, die net zoals ik, uit een omgeving met ‘geloofseenlingen’ kwamen.

Ik denk dat dit mechanisme meespeelt bij bepaalde dorpen/buurtschappen waar een zeer orthodoxe geloofsbeleving heerst. Daar leeft juist sterk het gevoel van de boze buitenwereld. Men ervaart onbegrip en spot over de manier van denken en geloofscultuur. Maar men is wel onderdeel van grote hechte groep van gelijkgestemden en daardoor ontstaan er automatisch beschermende en toedekkende reflexen. Men is geneigd heel kritisch naar de buitenwacht te kijken maar echt veel minder naar zichzelf en de groep waar men tot behoort.

Dan is men blijkbaar in staat dingen te doen die een religieuze enkeling echt zou nalaten. We hebben dat bijvoorbeeld al gezien ‘op’ Urk. Orthodoxen die het individueel in een omgeving zonder gelijkgestemden nooit in hun hoofd zouden halen om zeer onwetmatig te handelen. Maar blijkbaar wel onder invloed van elkaar en onder bepaalde omstandigheden als onderdeel van zo’n gemeenschap. Zware orthodoxie in een grote groep is dan ook samenbindend, maar werkt voor wat kan en mag in eigen kring, gelijktijdig ook weer zeer verblindend…

 

 

 

1 thought on “ZWAAR IN DE FOUT TE NEDERWOUD

  1. Op een filmpje hoorde ik 1 van de betrokkenen de naam van de inspirator van bedoelde gelovigen ijdel gebruiken. Ik zou het gebeurde dus niet zo maar koppelen aan het geloof dat een aantal mensen daar heeft. Neemt niet weg dat wat gebeurd is, nmm dus echt niet kan. Nu in handen van justitie.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *