Beetje bij beetje druppelt Nederland weer vol in de wijken en straten. Zeker, door Corona zijn de vakantiereizen aardig ingekrompen, maar toch kozen heel wat singles, stellen en gezinnen voor een vakantie in binnen- of buitenland.
Ik niet dit keer.
Zittend in de tuin met een ijsje in de hand, kijkend naar een vakantieauto met tent op het dak, denk ik terug aan de vele kampeervakanties die ons gezin mocht beleven. En aan de fase erna toen de kinderen waren uitgevlogen.
We – vrouw, hondje en ik – bleven het kamperen trouw. Toch was er een verandering. Gingen we voorheen als gezin gewoon in onze eigen tent en op de bonnefooi, nu trakteerden we onszelf op een keertje luxe kamperen. Dat wil zeggen dat we op vier locaties bungalowtenten huurden, volledig ingericht. Het nadeel is dat je gebonden bent in tijd en ruimte. Het voordeel is dat je minder meesjouwt, je blikopener niet vergeet en… slaapt op een echt noodbed. Maar het is wel even wennen, zo’n viersterrenomgeving. Verwarmd zwembad, minigolf, restaurant, disco, al die facilities zo vlak om je heen.
Alle nachten door was er om de jeugd bezig te houden een kermis opgezet vlak naast de camping. Onze nachtrust genoten wij dan ook overwegend overdag, gelegen op het nabije strand. Al deze voorzieningen lokken onvermijdelijk relschoppers aan. De geüniformeerde uitsmijters met Duitse dog bij de ingang van deze kwaliteitscamping stonden er niet voor niets.
Het leven op een camping, hoe veel sterren ook, blijft toch apart. Zwoegen is het. Je loopt je suf van tent naar toiletgebouw, van afwasplek naar tent. Na twee weken bij de tent weet, hoor en ruik je meer van de campingburen dan van wie dan ook in je familie. Of in je eigen straat. Aan de wc-procedure zal ik nooit wennen. Je zit met die dunne plastic wandjes en die deuren met een te grote kier zo op elkaars lip te poepen, dat dit in strijd is met de rechten van de mens.
Als je eindelijk op je lekke luchtbed ligt om de nacht aan te vangen, besluiten je altijd levenslustige buren om de buren van tegenover, ook landgenoten – zulke leuke vitale mensen, vooral in het holst van de nacht – uit te nodigen voor een slaapmutsje. Het blijft er nooit bij één. En na een stuk of vier,vijf slaapmutsjes weet je heel het hebben en houwen van half Leiderdorp dan wel Haren (Gr.), al naar gelang de vaste woon- en verblijfplaatsen van de buren. Deze weetjes worden er in toenemend geluidsvolume uitgeslingerd, onderbroken door hikkende schaterlach want het schijnt vreselijk grappig te zijn.
Ook onze hond moest zich aanpassen. Een hondendrol op een viersterrencamping is een absoluut taboe. Er zit niets anders op dan het aangelijnde dier elke ochtend in looppas van het terrein te trekken. Op de openbare weg moet het dan gebeuren. Deze tactiek faalt steeds jammerlijk. Ook voor honden is je ontlasten op commando kennelijk onmogelijk.
Na weer zo’n mislukte poging had ik de armen vol vers stokbrood en knapperige croissants toen de hond juist midden op de camping verkoos een drol te doen. Onder het toeziend oog van geërgerde viersterrenkampeerders moest ik het uitwerpsel met een stokje verplaatsen naar een bosje. Tijdens deze verkrampte handeling viel er een pain au chocolat uit mijn armen, midden in het uitwerpsel. Wat er toen gebeurde, is niet voor publicatie geschikt.