Alles gaf hij, zelfs zijn leven

Onlangs bracht Henrico Hendriksen een boek uit over de oorlogsgeschiedenis van villa De Wormshoef in Lunteren. Titel van dit boek is ‘Waar helden zwegen.’ In de Tweede Wereldoorlog was De Wormshoef berucht omdat de SD (Sicherheitsdienst) daar gevangenen ondervroeg op onmenselijke wijze. Hendriksen spitte het verleden door van De Wormshoef tijdens de Duitse bezetting. Zo’n vierhonderd arrestanten werden daar mishandeld.

Ben Verduijn portretteert in zijn boek ‘Door de vrijheid geroepen’ een negental verzetsmensen die in Ede streden tegen de bezetter. Piet Rombout is een van hen. Piets vader was als Belg hier terechtgekomen om te helpen bouwen aan de spoorweg tussen Amsterdam en Arnhem. Jongste zoon Piet raakt geboeid door ambacht en techniek. Via een gedegen opleiding als timmerman werkt hij zich uiteindelijk op tot bouwkundig tekenaar. In Ede vindt hij een betrekking als bouwkundige van de gemeente. Tijdens de oorlog is hij vader van vier opgroeiende kinderen.  

De boeren in onze regio spelen een cruciale rol bij hulp aan onderduikers en verzet. Op hun erf houden verzetsmensen geheime ontmoetingen. Vanuit hun boerderij kunnen verzetsgroepen, vaak met succes, wapendroppings van geallieerde vliegtuigen opvangen. Of ze organiseren daarvandaan tochten om ondergedoken geallieerde soldaten achter de linies te brengen. Piet Rombout is bij veel acties actief betrokken. Hij tekent nauwgezet de locaties waar Duitse troepen staan opgesteld. Vervalst vakkundig handtekeningen voor persoonsbewijzen, zodat vluchtelingen veilig kunnen reizen. Aan het begin van de oorlog was Rombout overtuigd pacifist. Trots droeg hij op zijn revers het insigne van het gebroken geweertje, destijds symbool voor de afkeer van wapens en oorlog. Maar na de Slag om Arnhem draagt hij het niet meer. Hoe anders dan met tegengeweld kun je strijden tegen een moorddadige bezetter? Bij dit alles blijft Piet Rombout vader en kostwinner. Een van zijn bouwkundige prestaties is de bouw van het politiebureau, getuige een gevelsteen.

Na een mislukte wapendropping maart 1945 gaat het mis. Rombout wordt aangehouden op weg naar zijn onderduikadres in Wekerom. Zijn oudste zoon Paul die achter hem fietst is getuige van zijn arrestatie. Ook hij wordt ingerekend. Eerder is zijn 18-jarige zoon Ferdi ook al opgepakt. Piet wordt ondervraagd in villa De Eekhorst. Na de eerste brute ondervragingen weet hij te ontsnappen, maar wordt hij neergeschoten op de vlucht. De zwaargewonde Rombout wordt overgebracht naar De Wormshoef. Daar gaat de SD ‘gewoon’ door met hem ondervragen en martelen. Ook daar blijft hij zwijgen. Zijn sadistische ondervragers krijgen geen woord uit hem. Meer dood dan levend wordt hij uiteindelijk overgebracht naar Kamp Amersfoort. Daar maakt hij met een glasscherf een einde aan zijn leven, omdat dit zelfs voor hem ondragelijk is geworden. Twee dagen later wordt Ferdi gefusilleerd. Een maand later wordt Ede bevrijd.

Zijn hele, veel te korte leven stelde Piet Rombout in dienst van zijn naaste die zijn hulp nodig had.  Alles wat hij in zich had, gaf hij voor dat doel. Met grote toewijding en ware heldenmoed. Een gedenksteen aan het Mausoleum op de Paasberg is gewijd aan Piet Rombout. Op 4 mei zal ik daar staan en hem, Ferdi en hun gezinsleden speciaal gedenken.

In de jaren ’80 interviewde ik mijn vader over zijn herinneringen aan de oorlog in de Gelderse Achterhoek. Ook daar waagden vele dappere mensen hun leven om onderduikers – joden, geallieerde militairen, gezochte verzetsmensen – een veilig onderkomen te bieden. In onze regio vochten velen voor de vrijheid van hun medemensen. En daarmee voor ónze vrijheid. Hun daden en namen staan in ons collectief geheugen gegrift, mede dankzij de boeken van Hendriksen en Verduijn.    

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *