Taal doet ertoe

Dat je met woorden mensen diep kunt raken, weten wij allemaal, soms ook uit bittere ervaring. Taal doet ertoe, zo blijkt wel uit de schijnbaar onvermoeibare pogingen van Marit de Roij (@Tiramarit) op Twitter, wanneer ze keer op keer journalisten en schrijvers wijst op de maatschappelijk gevolgen van hun (soms luie) taalgebruik.

In haar blog geeft ze met behulp van bekende voorbeelden aan hoe wij, als argeloze en onwetende lezer, stiekem beïnvloed worden door een haast onbekende vijand die ons probeert te manipuleren. Reclamebedrijven zijn, zoals u weet, zeer bedreven in het gebruik van taal om ons (koop)gedrag te sturen, dus waarom kunnen anderen dat niet net zo goed, of nog beter inzetten?

Waar humor en optimisme vaak gebruikt worden door adverteerders, gebruiken politici steeds soms de meest onwaarschijnlijke superlatieven om een beeld van angst en ellende te schetsen om zo onze onderbuik tevreden te houden. Toen Geert Wilders voor het eerst sprak over de ‘kopvoddentax’, viel half Nederland over hem heen. Zoals u weet is het woord niet gebaseerd op een feit, maar op een mening. Het effect op het woordgebruik is belangrijk, de rest is mooi meegenomen.

Wilders gebruikt vaak bij voorkeur nieuwe, kernachtige woorden, zijn boodschap is simpel en hij speelt in op de emoties van de mensen. Dat er achter het woord een boodschap met een enorme invloed op het dagelijks denken en leven krijgt voor een groot deel van onze bevolking, is voor de gebruiker van deze term alleen maar winst.

Inmiddels is het creatief gebruik van woorden, vragen en superlatieven voor eigen gewin op het meest schreeuwerige sociale medium zoals Twitter, niet meer weg te denken. Want zoals zoveel dingen, went het best snel, vinden we het op een bepaald moment best normaal en doen we er allemaal aan mee.

In 2019 kwam Merel Baldé met een liedje met zeer treffende tekst:

Ik wil met uitroeptekens en capslock aan
Ik wil in superlatieven, de zon en de maan
Ik wil groter dan groot, beter dan best
Ik wil het beste van het beste, geen vijf komma zes

En als het niet fantastisch is, dan maar liever drie keer niks
Het hoeft niet formidabel
Maar wel memorabel
Ik wil tranen met tuiten, binnenstebuiten
Pieken en dalen, winnen en falen
Ruzies met slaande deuren
Goedmaakseks met slaande deuren

Het is bijna niet meer op een hand te tellen hoe vaak ik op de radio de termen ‘episch’, ‘crisis’ of ‘genocide’ hoor uitspreken met een gemak alsof we een broodje bal kopen bij de snackbar. Het besef dat deze woorden ergens voor staan en met grote zorgvuldigheid gebruikt zouden moeten worden, is blijkbaar helemaal weggezakt.

We moeten dan ook niet raar opkijken dat dit taalgebruik ook met een achteloos gemak gebruikt wordt in de raadszaal van Ede. Immers, de eerste verdachtmaking of angstbeeld blijft het beste hangen. Dus wanneer een raadslid aangeeft dat ‘een permanente opvang voor vluchtelingen in Ede niet wenselijk is, want we weten allemaal dat er dan meer vluchtelingen naar Nederland komen’, hoeft dan blijkbaar niet gebaseerd te zijn op feiten. De vraag van een mede-raadslid waar deze kennis vandaan komt, wordt niet eens beantwoord ‘want’, zo zegt het raadslid, ‘ik heb recht op mijn eigen mening’. Op deze manier wordt het volgen van een debat wel erg ingewikkeld voor de luisteraar. Want heeft een raadslid zijn of haar huiswerk gedaan en debatteert hij of zij op feitelijke inhoud, of wordt de onderbuik van de achterban gevoed met een mooi optreden door hun favoriete politicus?

Woordgebruik is belangrijker dan we denken, zeker in een maatschappij waar lezen niet meer de meest favoriete bezigheid is en men alle teksten ‘scant’. Degene die met kwade bedoelingen taal inzet dat daarna klakkeloos overgenomen wordt door anderen, heeft het goed begrepen. Taal doet ertoe! Het belangrijkste is dat we dit beseffen en herkennen. Juist dan is de communicatie helder en kunnen we de boodschap begrijpen zoals het bedoeld is.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *