Er was een tijd dat ongeveer alle nutsvoorzieningen in Nederland in handen van de overheid waren. Ziekenfonds, telefonie, openbaar vervoer, energie, het was altijd de overheid die aan de touwtjes trok. Dat vonden we niet goed. We moesten privatiseren en marktwerking zou goed voor ons zijn. Wat kregen we er voor terug? Zogenaamde concurrentie in de zorg waar verzekeraars dikke winsten maken, meerdere telefoonproviders die allemaal een nog slechtere service hebben als de good old PTT maar twee keer zo duur zijn en honderden energiebedrijven die allemaal hun debiele reclamecampagnes doorberekenen in de prijs van een kilowattuur. Dat schiet dus niet op.
Nou is Ede altijd een beetje anders. Soms werkt dat in het nadeel, maar soms ook in het voordeel. Het plan om de bushokjes over te nemen past prima in de innovatieve drang naar deprivatisering. Goed bezig zou je zeggen want Ede neemt voor drie ton 100 bushokjes over van de vorige commerciële eigenaar. Maar hoe leg je dat uit aan politiek Ede in tijden waarin marktwerking het toverwoord is tegen alle economische kwalen?
Duurzaamheid. Noem iets duurzaam en je krijgt alles voor elkaar. Zo krijgen maar liefst zeven (7) bushokjes een groen dak. Niet groen geverfd maar er komen heuse plantjes op het dak! Het college zegt erbij: “Het streven is dat Ede Centrum (weer) landschappelijk verbonden wordt met de Veluwe, het Veluwse karakter wordt weer voelbaar gemaakt en het zorgt voor meer samenhang in het centrumgebied.” Verzin dat maar eens bij 50 vierkante meter vetplantjes op een paar bushokjes.
Ook het feit dat er nu geen nieuwe bushokjes hoeven te worden aangekocht is ineens duurzaam: “Eveneens biedt het ook vanuit het duurzaamheidsprincipe, in de vorm van circulariteit, een goede uitkomst.” Dat argument hoor je nooit als het wagenpark van de gemeente Ede moet worden vervangen na vier jaar, maar ja, je moet wat verzinnen om tegen de privatiseringsstroom in te kunnen roeien.
Koop ze dus maar, die hokjes, maar maak er nou geen duurzaamheidsdingetje van want het woordje duurzaam is aan zoveel inflatie onderhevig geweest dat het nu bijna gelijk staat aan milieuvervuilend.
Wel kunnen we iets doen aan het landschap. Want de vorige eigenaar had nogal de neiging om de meest gruwelijke posters in de bushokje op te hangen. Zo heb ik me laten vertellen door anderen, want ik kijk daar zelf natuurlijk nooit naar, dat er soms posters worden opgehangen met schaars geklede vrouwen met fraai gevormde lichamen die met een zwoele blik een product aan willen prijzen. Maar het wordt er uiteindelijk niet mooier op, al die reclames in ons dorp.
Ik let zelf uiteraard altijd op de weg maar het zou zo maar kunnen dat die ‘anderen’ nogal worden afgeleid door die posters. Dat komt de verkeersveiligheid niet ten goede. Nog erger, als zo’n poster je het zicht ontneemt op de voorrangsweg die je op wilt rijden. Dat overkomt me dagelijks als ik vanaf de Jan Steenlaan de Zandlaan op wil draaien en mijn uitzicht op de weg wordt ontnomen door een poster met een blonde bimbo die zegt dat ik Fa doucheschuim moet kopen.
Landschap, verkeersveiligheid en goede zeden (ach, wat ben ik een voorstander van goede zeden), allemaal redenen om die bushokjes niet te voorzien van reclameposters. Dat scheelt bovendien een paar kapotte ruiten als die dame op de poster te lekker blijkt te zijn voor een paar hitsige pubers.
Gemeente Ede, neem mijn levenscredo over: doe iets door iets te laten en stap niet in de wereld van exploitatie door reclame aan te bieden in bushokjes. Geen papierverspilling, geen busjes die iedere twee weken de posters komen vervangen. Dat is pas euhhh….duurzaam!
Gewoon een sober bushokje met als eigenaar de gemeente: dat is al gek genoeg.