Bij de dood van een wolf

Drie jaar zit hij al in de gemeenteraad maar deze dag is toch het hoogtepunt. Op deze prachtige zonnige dag fietst hij naar het gemeentehuis in Ede voor de grote bijeenkomst.

Dan passeert hij de rotonde bij de Zandlaan. Die ligt er nog maar een jaar maar hoeveel ongelukken zijn daar al gebeurd? Wel een stuk of twintig. Twintig fietsers met letsel, sommige voor eventjes uitgeschakeld, anderen voor het leven getekend. Ja, dat had anders gemoeten, denkt hij nog. Heel even.

Daarna komt hij aan bij het gemeentehuis. Nee, hij is niet trots op zijn eigen stemgedrag maar het heet fractiediscipline. Vooral zijn eigen stemgedrag over de opvang van daklozen, die tegenwoordige buitenslapers worden genoemd, zit hem nog dwars. Zouden er mensen eerder doodgaan omdat zijn partij vond dat de opvang van Edese daklozen versoberd moest worden vanwege de aanzuigende werking?

Met de hele gemeenteraad gaan ze naar Otterlo. Als eerste komen ze langs de hockeyvelden. Zijn eigen dochter speelt daar. Vorig jaar had ze een ernstige blessure; een bal, recht in haar gezicht. Hij ging mee naar de spoedeisende hulp die helemaal vol zat met hockeyers, voetballers en volleyballers, die allemaal een pittige blessure hadden opgelopen. Hij had nog even bedacht hoeveel zorgkosten dat sporten niet opleverde.

Net na de Hartenberg, vlak voor de autogarage, de oversteek voor fietsers. Jaarlijks gebeurt daar wel een ernstig ongeluk. Daar zou wat aan moeten gebeuren maar daar is geen geld voor. Hij dacht nog even aan de 15 miljoen winst die de gemeente Ede maakt maar zette die gedachte snel uit zijn hoofd.

Vlak voor de bestemming ziet hij in de verte een veld met lelies. Een tractor spuit daar net verdelgingsmiddelen overheen. ‘Goed voor de ondernemer’ dacht hij nog maar de gedachte dat bewoners daar misschien wel ernstige ziektes door op zouden kunnen lopen liet hem niet los. Wie zou er Parkinson krijgen?

Zijn zorgen duurden niet lang. Vlak voor de ingang van het park stond HIJ daar. In zijn hand een prachtig klassiek ‘jagersgeweer’, geflankeerd door de zijn trouwe adjudanten uit de Raad van Advies, Rene V. en Ahmed M. De eerste had in talkshows op televisie het publiek bespeeld. Heel Ede zou in de ban zijn van het monster. Ouders hielden hun kinderen thuis, bejaarden durfden niet meer over straat. Hij moest er even om glimlachen.

Hij had zijn gratis jaarkaart van het park meegenomen maar de directeur zei dat dit niet nodig was op deze historische dag. En dat er na het ritueel er een eenvoudige maar voedzame maaltijd geserveerd zou worden in het restaurant. En dit keer zouden de raadsleden en het college niet met lege handen naar huis toe gaan want na afloop zou de voltallige Edese politiek een goodybag meekrijgen. Voor thuis! Met een blikje wildstoof met echt moeflonvlees. HIJ stelde iedereen gerust: journalisten waren er niet bij vandaag!

HIJ nam ze mee naar de voederplaats en daar stond het monster. Aan een ketting. HIJ maande iedereen tot stilte en sloop naderbij. Op tien meter legde hij aan. Een keiharde knal! Maar het monster was nog springlevend. Een jachtopziener trok de ketting strakker. Het monster lag op de grond, geen kans om te bewegen. HIJ sloop dichterbij. De afstand was vijf meter. HIJ knielde en legde aan. Weer een knal. Jankend en bloedend lag het beest te spartelen. HIJ pakte zijn pistool uit zijn holster en kwam weer dichterbij. Hij schoot en vanaf 1¼ meter gaf hij het beest een genadeschot.

HIJ keer naar beneden. Hij had nou….na al die jaren…..weer een erectie? De gemeenteraad juichte, de Raad van Advies stond te applaudisseren. En Ede was gered van het monster waar, ja, waar eigenlijk niemand last van had. Behalve die ene trut die in een strak fluorescerende pakje zo nodig moest gaan joggen in een ‘natuurpark’.

Later fietste het raadslid weer terug naar huis. Hij had er maar mooi aan bijgedragen, Ede is weer veilig!

2 thoughts on “Bij de dood van een wolf

  1. En zo is weer te lezen dat onze onovertroffen Marten Toonder in de figuur van Ollie B. Bommel een schets geeft van vele zaken die scheef zitten. Mo, een voorbeeldig stukje!! Zo kun je nog vele colums vullen.

  2. Lang heb ik getwijfeld of ik dit wel wilde schrijven. Als raadslid ben je eigenlijk best wel zielig. En dat zouden meer mensen moeten weten. Je hebt als raadslid slechts een controlerende taak. Het college en de ambtenarij bakken alles voor. En jij mag daar op toezicht houden. Behalve als jouw partij al in het college zit, dan moet je als raadslid vaak zelfs het onbenulletje spelen en het overal mee eens zijn.

    Als je nieuw ben in het vak, reken dan maar dat je de eerste paar jaren bezig bent om te snappen wat er gebeurt en wat je rol is. Men slikt het meeste als zoete koek, en als de burgers die jou gekozen hebben zich melden dan moet je de “good cop” spelen. Zogenaamd doen alsof je aan de burger hun kant staat.

    Je moet ook opboksen tegen inhoudelijk specialisten die het vaak op hun vakgebied beter MENEN te weten. Hoe controleer je iemand die specialist is op zijn vakgebied? Hoe achterhaal je waar het fout gaat?

    Nee, het zijn van raadslid is niet te benijden. Je bent een soort puppet, een hond aan een riem. Je mag blaffen, maar als je bijt dan werkt men jou tegen. Zit je in de gemarginaliseerde oppositie dan boks je op tegen een ambtenarenleger van 900 man.

Laat een reactie achter op Mark Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *