Wat is vruchtbare grond?

We zijn als mensheid uitgerust met hersenen en vernuft. Waar dieren wegrennen voor een bosbrand, hebben mensen de nieuwsgierigheid om een brandende tak te pakken en er mee in het rond te zwaaien. En al snel werd het nut duidelijk. Je kon er wilde dieren mee wegjagen. En een vuurtje op een open plek hield de groep warm. Je kon er ook vlees of groenten mee verhitten en het daarmee makkelijker verteren dan rauw voedsel. Stenen en scherven konden we gebruiken om mee te snijden of om speren mee te maken om te jagen. Veren van vogels maakten pijlen stabieler.

Elke ontdekking is weer een basis voor nieuwe ontdekkingen.

De ontdekking van rollende boomstammen leidde uiteindelijk tot het wiel. En het wiel was weer de basis voor karren en katrollen. We leerden dat je dieren niet gelijk hoefde op te eten, maar dat je ze ook kon hoeden. En dat ze dan dagelijks konden voorzien in bijvoorbeeld eieren, melk en vlees. En als je ze een tuigje omdeed, konden ze je helpen bij het ploegen van het land of ingezet worden als vervoersmiddel.

We leerden als mensheid om ons uit te drukken in woord en geschrift en we gingen streepjes zetten om dingen te tellen. We konden verhalen vastleggen en berekeningen maken. Met heet vuur kon je potten bakken en eten en drinken bewaren. Hout kon je gebruiken als bouwmateriaal. En met heel heet vuur, kon je zelfs metaal smelten en gereedschappen (en wapens) maken. Deze gereedschappen brachten weer nieuwe innovaties zoals planken.

Hout drijft. Een verzameling houten planken maakt een vlot. Met opstaande randen wordt het een boot, waarbij de naden en kieren zijn dichtgesmeerd met teer/pek.  Dierenhuiden kon je gebruiken als kleding en van planten en wol kon je touw maken en mooie kralen kettingen maken. Met touw en biezen kon je knopen leggen en vlechten en bijvoorbeeld netten maken. En uiteindelijk werd het touw steeds dunner en kon je zelfs lappen stof weven en die kon je weer als zeilen op schepen gebruiken.

Alle innovatie is weer een variatie op eerdere ontdekkingen. Zonder wol geen draad en zonder draad geen zeil. Zonder vuur geen potten of gesmolten metalen en geen koperen ketels waar stoom uit komt. Zonder vuur geen glas en geen lenzen en geen ontdekking van microben, bacteriën en virussen. Zonder die ontdekkingen geen moderne geneeskunde.

Gedroogde plaggen kon je gebruiken om te stoken en steenkool werd zelfs de grootste bron van energie. De afgelopen eeuwen is het snel gegaan. Stoommachines vervingen paardenkracht en massaproductie werd gemeengoed. De ontdekking van olie deed daar nog een schepje bovenop. Koetsen konden op olie rijden en werden uiteindelijk auto’s. Langzaamaan werd ons vernuft sterker dan de natuur.

Tegenwoordig zijn we in nagenoeg alle facetten superieur aan de natuur. Vergelijk een vogel met een modern vliegtuig dat ruim 800 mensen kan vervoeren. Een cheeta haalt 130km/h, een sportwagen 455km/h. Een slechtvalk in vrije val kan 390km/h halen, een straaljager 20.000 km/h. Een walvis weegt 100.000 kg, maar het grootste containerschip kan op dit moment 24.000 volle containers vervoeren.

Op alle vlakken streven we de natuur voorbij. We gaan dieper in de zee en de grond, hoger in de lucht, tot zelfs in de ruimte. We nemen de natuur als voorbeeld en proberen die te verbeteren. We hebben computers die sneller kunnen rekenen als wijzelf. We communiceren met de snelheid van het licht. We creëren energie uit zonlicht en zijn daarbij vele malen efficiënter dan planten. We kijken dieper in de ruimte dan ooit tevoren. We kunnen atomen splitsen en gebruiken dat zelfs als wapens. We zijn zelfs in staat om onze wereld te vernietigen.

Al die activiteit van de mensheid laat z’n sporen na. Het Europese oerwoud is nagenoeg volledig gekapt in de afgelopen twee duizend jaar. En de Amazone staat hetzelfde lot te wachten, alleen zal dat geen honderd jaar meer duren. Er is geen plek op de aarde die niet door mensen is bewandeld. Overal zijn sporen te vinden. Plastic soep, vervuiling van fabrieken die decennia lang chemicaliën in de grond of rivieren hebben gedumpt. Vuilnisbelten waarbij chemicaliën in het grondwater lekken. Olierampen en overbevissing.  Op alle fronten staat de natuur onder druk en sterven soorten uit.

Waar vroeger je autoruit vol zat met dode insecten, is een enkele spletsj tegenwoordig bijna uniek. Bestrijdingsmiddelen zorgen ervoor dat ook nuttige insecten het loodje leggen. Moeten we straks met robotjes onze gewassen bestuiven omdat de bijen uitgestorven zijn?

Gelukkig kunnen we door ingrijpen het tij keren. Het gat in de ozonlaag hebben we door wereldwijde afspraken over het gebruik van CFK’s kunnen voorkomen. Zure regen is door streng ingrijpen in de zwaveluitstoot enorm teruggebracht. En het lozen van gif in rivieren is in moderne landen ook niet meer toegestaan.

Eén van de grootste sporen die we met z’n allen hebben nagelaten is het CO2 spoor. En de effecten worden steeds pijnlijker duidelijk.

Gelukkig kunnen we ook daar wat aan doen. En oplossingen liggen voor het grijpen.

Een plantje gebruikt zonlicht om van water en CO2 complexe koolwaterstof moleculen te maken. Het gebruikt slechts 0.5 tot 1% van het zonlicht. De bladkleur is groen, en stoot daarmee het meeste licht weer af. Want als een plant meer energie zou opnemen, zou het verdorren.
Huis-tuin-en-keuken zonnepanelen zitten nu op zo’n 22% efficiëntie. Dus een zonnepanelen is 22 tot 44x efficiënter in het omzetten van zonlicht dan een plant. En dat ook nog het hele jaar door.
Als we met ledlampen planten beschijnen en ze precies die 0.5 tot 1% geven die ze uiteindelijk nodig hebben, zou je met 1 hectare zonnepanelen dus ruim 22 tot 44x meer gewassen kunnen verbouwen dan nu het geval is.

Andersom gerekend kunnen we de landbouwgrond ook met een factor 22 of 44 verkleinen en dezelfde opbrengst behouden. Al die vrijgekomen grond kunnen we dan gebruiken voor natuur, woningbouw, recreatie, industrieterreinen en zonnepanelen. Daarbij zijn we dan in no-time onafhankelijk van olie. We stoten minder stikstof uit, minder CO2, minder fijnstof en hebben zelfs een energie surplus. We zouden grote energie slurpende industrieën, zoals staalgiganten, kunnen vragen om hun productie in ons land te doen, want onze groene energie is dan goedkoop. Dat levert ons weer banen op. Deze superieure landbouw techniek zou zelfs ingezet kunnen worden in landen waar het nu te droog is, waardoor die mensen zelf kunnen voorzien in hun voedsel voorziening en daardoor niet als klimaatvluchtelingen naar Europa hoeven te vluchten.

De meest vruchtbare grond is dus grond met zonnepanelen erop. 

Het estafettestokje gaat naar Evert Jansen van de SGP.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *