Gestolde idealen

Afgelopen week kwamen twee zittende raadsleden (van de ChristenUnie) in de gemeenteraad van Ede zo ongeveer gelijktijdig met de mededeling dat ze zich niet beschikbaar stellen voor een tweede termijn. Ze laten o.a. weten:

Sandra Kooij: “Daarnaast heb ik gemerkt dat niet alle aspecten van het raadswerk even goed bij mij passen. Bij de manier van besluitvorming en debatteren voel ik mij niet altijd op mijn plek.”

Dirjanne van Drongelen: “Ik realiseerde me beetje bij beetje dat ik het gevoel heb binnen mijn politieke werk steeds meer een rol te vervullen die steeds minder past bij wat er in mijn hart leeft. Dat nog vier jaar doen zou, hoe uitdagend en belangrijk ook, het risico met zich meebrengen mezelf misschien wel wat te verliezen.”

Tussen deze regels door lees ik grote teleurstelling over hoe weinig je kunt realiseren van al die vloeibare idealen die je had toen dit avontuur begon. Je komt er al snel achter hoe stroperig het allemaal in de politieke arena verloopt. Je wilt eigenlijk heel pragmatisch te werk gaan en snel dingen tot stand brengen maar in werkelijkheid vlot het allemaal niet zo. Daadkracht daar staat de gemeentelijk ambtelijke molen nu ook niet echt om bekend.

Ik probeer mij eens in deze materie in te leven. Stel ik mag voor politieke partij X na de gemeenteraadsverkiezing van volgend jaar zitting nemen in de Edese raad. Van alle idealen die ik zelf heb kan ik voor zo’n 80% terecht bij deze partij. Na onderhandelingen komt X, samen met nog vier andere partijen, in het college en worden mijn levendige plannen zeer sterk verdunt tot een waterige massa met nog maar zeer weinig idealistische vaste stof.

De raadsvergaderingen zijn ronduit gedrochten. Er zijn zo’n twaalf fracties die mogen allemaal hun zegje doen over elk onderwerp terwijl het van te voren meestal wel duidelijk wie er voor en wie er tegen zijn. Je moet het elke keer allemaal wel weer aanhoren terwijl je als politieke insider weinig verassende dingen zult horen omdat het allemaal al wel zo’n beetje is voorgekookt. Heel veel van je kostbare tijd gaat daar dan ook verloren.

Dan ben je het zo en dan niet helemaal eens met een fractie/college standpunt maar je wordt wel min of meer gedwongen bepaald stemgedrag te vertonen. Verder merk je dat bij bepaalde onderwerpen de raad min of meer buitenspel wordt gezet. Overkoepelende regionale organen, waar helemaal niemand in zit die democratisch gekozen is, bepalen in sterke mate de koers en jij mag als raadslid zo’n beetje bij het kruisje tekenen.

Dat vier jaar raadslidmaatschap z’n tol eist begrijp ik wel. Politiek handwerk is slechts weggelegd voor de ijzersterke met oogkleppen op. Zelf heb ik ook helemaal geen ambitie om mij ooit nog bij een Bergstraatclubje te voegen. Idealen heb ik wel degelijk maar ventileer ze liever via een column. Dat haalt uiteindelijk ook weinig uit maar neemt wel veel minder tijd in beslag en levert minder teleurstelling op… een fatsoenlijke vergoeding ook trouwens.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *