Wondere wezens

We moeten even bomen over bomen. In deze tijd van klimaatopwarming en klimaatwet mogen we wel zuinig zijn op onze grote groene plantenvrienden. Dat het wondere wezens zijn staat voor mij vast. Je hebt ze in vele soorten, bladverliezend of altijd groen. Loofbomen en coniferen. Elke soort heeft zijn eigen typische bladvorm. In het voorjaar dragen de bladeren allerlei tinten groen en in het najaar kleurt het herfstpalet ze bruin, geel en rood. Net als bij mensen is geen exemplaar identiek aan een ander. Ze hebben allemaal een unieke manier van groeien en krimpen. Onze leeftijd blijkt uit paspoort en geheugen, huid en botten. Bij bomen zie je die af aan de knoesten op en aan de jaarringen onder hun bast. Maar daarvoor moet je ze eerst omzagen en ik ben de laatste om dat aan te moedigen.  

Wetenschappelijk gezien is het wonder netjes beschreven, maar nog niet verklaard. Met zijn wortels slurpt de boom water, zouten en mineralen op en zet ze om in hout, schors en blad. Het blad tovert de voedingsstoffen en zonlicht om in zuurstof dat mensen en dieren inademen. We kennen allemaal wel de heerlijk frisse geur van een natgeregend bos na een periode van droogte. Als je door zo’n bos wandelt en je zuigt je longen vol dan tank je gratis energie. Daar kunnen geen tien peppillen tegenop. Dat komt ook doordat de boom het vermogen heeft fijnstof uit de lucht te halen en om te zetten in zuurstof. Bomen wassen de vieze lucht schoon!

Mijn eerste meisje stond tegen een oude eik toen ik haar mijn liefde verklaarde. We leunden tegen de dikke stam. Eindelijk was ik bij haar, alleen. Neus aan neus stonden we. Zo vlakbij dat ik haar haar rook, mezelf zag in haar grote bruine ogen, haar kon aanraken. Dat moedervlekje in haar hals had ik nog niet eerder gezien. Wie begon weet ik niet. Haar lippen smaakten zoet, ik schrok ervan en liep op wolkjes weg. Zij liep ook weg en ik keek nog even om. En toen zag ik het, de afdruk van het groene mos op de rug van haar gele bloesje.

Bomen geven leven aan tal van andere wezens. Korstmossen, insecten, vogels. Het eerste wat ik altijd deed na een verhuizing was een boom planten in de tuin. Met een lijsterbes heb je een prachtig geveerd blad, welriekende witte bloemtrossen, insecten en merels die komen snoepen van de oranjerode bessen in juli en augustus.

Nee, bomen kappen doe je niet. Eigenlijk weet ik maar één reden: valgevaar na storm. Ook nieuwbouw is geen reden. Elke bouwer moet de boom in zijn waarde laten. Hij stond er eerst. Bouw het huis er maar omheen.

 

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *