Vroeger had je nog campings op de Veluwe. Daar kampeerden op het ene gedeelte van de camping de echte kampeerders. Tentje opzetten, drie nachten blijven, en weer door naar de volgende camping.
Op het andere gedeelte van de camping had je de vaste standplaatsen. Mensen uit de Randstad hadden daar een vaste jaarplek voor hun stacaravan die ze omtoverden tot een waar paradijsje, inclusief de witte betonnen beelden en een Amsterdammertje, ‘geleend’ uit hun geboortestad.
Een jaar of twintig geleden werden die campings overgenomen door lokale ‘familiebedrijven’, die in werkelijkheid een jungle van vennootschappen waren die om de haverklap failliet gingen. Het eerste dat die familiebedrijven deden was het stageld voor de vaste gasten verdubbelen. Of verdrievoudigen. Verviervoudigen.
De grootste groep vaste gasten kon dat niet meer betalen. Ze moesten ophoepelen en kregen een schandalig laag bod voor hun stacaravan. Trieste verhalen van zomerse inwoners van onze gemeente die hun paradijs moesten verlaten.
De paar gasten die nog wel bleven werden weggetreiterd. Onder druk gezet. Geïntimideerd. Weggepest. De camping was leeg. En dan kwamen de bulldozers. Want op die campings werd nooit een boom omgezaagd, daar werd met een bulldozer tegenaan gereden. Ongelukje! Totale schijt aan kapvergunningen die wie toen nog hadden.
Een gruwelijke kaalslag en als bange ambtenaren na die kaalslag kwamen controleren dan zeiden ze: “Foei” en dropen trillend weer af. Vervolgens werden er nieuwe caravans op de camping gebouwd. Die heetten geen caravans maar ‘chalets’. Later werden dat bungalows.
De campings kregen een andere naam. Vaak iets oudhollands als ‘de Veluwsche Velden’ of ‘de Hoogere Heide’. De beter-bedeelden uit de Randstad kopen vervolgens die surrogaatcaravans die nog geen 50.000 waard zijn maar waarvoor je zomaar her driedubbele betaald. Waarom? Omdat je een verhuurrendement van 6% per jaar krijgt voorgespiegeld. Dat rendement betaal je gewoon zelf en in de kleine lettertjes staat dat die belofte maar een paar jaar geldig is.
Om de camping, die tegenwoordig ‘resort’ wordt genoemd, komt een groot hek waar je na 11 uur ’s avonds maar moeilijk binnenkomt want het is wel de bedoeling dat je je geld uitgeeft in één van de ‘familierestaurants’ op het park en niet bij de lokale horeca.
Wat de meeste nieuwe bewoners nog niet weten is dat de parkkosten langzaam worden verhoogd. Eerst langzaam en dan met dezelfde snelheid waarop de eigenaren van die parken de Quote-500 binnenkomen: heel snel.
En dan kunnen ze weer opnieuw beginnen.
Intimidatie, wetsovertredingen, illegale bomenkap. Zo zijn dit soort parken vaak groot geworden. De Edese middenstand heeft er nauwelijks iets aan. Het is allemaal gebeurd onder de ogen van de lokale politiek die voorgespiegeld kreeg dat deze nieuwe, rijkere gasten veel meer geld in het laatje zouden brengen. Maar dat is niet waar. Iedereen wordt beduveld. We weten dat maar we durven er niets aan te doen.
Tot afgelopen zaterdag. Er blijkt een ambtenaar te zijn die kap- en vernietigingswerk op een van de Edese campings heeft stil laten leggen. Wat een lef! Daar moeten we er meer van hebben.
Had de Edese politiek twintig jaar geleden maar zo’n lef gehad!
Geef eens een paar droomvoorbeelden .