Als kleinverbruiker van het Openbaar Vervoer (OV) overkomt het mij toch regelmatig. Iemand klampt me aan met een vraag over de werking van de kaartautomaat. Of met de vraag over in- of uitchecken dan wel overstappen. Een vrouw op station Ede/Wageningen slaagde er laatst niet in haar chipkaart op te laden en vroeg me haar te helpen. Wat we ook deden, het lukte niet. We belden naar het NS servicenummer. De medewerkster van de NS verwees naar het loket, maar dat was gesloten. ‘Heeft u geen handige zoon of nicht die u kan helpen?’ , vroeg de medewerkster. Die had de vrouw niet. Ze was alleenstaand en ze had alleen mij, een toevallige passant die niet is afgestudeerd in de ict. Niet alle homo sapiensjes hebben snelle vingertjes die ervoor zijn gemaakt om over gladde toetsen te suizen.
Mijn vrouw en ik verhuisden 17 jaar geleden naar Ede mede vanwege het centrale intercity station. Nog steeds vinden onze gasten station Ede/Wageningen ideaal vanwege de toegankelijkheid. Je kunt er gratis parkeren, keren en er treinreizigers afzetten en oppikken. Grote steden binnen handbereik, bus, taxi, fietsstallingen. Waar vind je dat nou? Het heeft maar één nadeel: ’s avonds is het er wat unheimisch en verlaten.
We zijn het helemaal eens met onze gasten. Ede heeft het, en… een prima intercity station.
Wat of wie schetste dan ook mijn verbazing toen ik enkele jaren geleden vernam over de plannen om een nieuw treinstation aan te leggen. Nee, het kan niet waar zijn, dacht ik. Mijn ervaringen met stationsrenovaties zijn niet positief. Arnhem, Amersfoort, Utrecht en andere locaties: planningen werden niet gehaald, bouwtijden en budgetten overschreden.
Maar Ede moest en zou een fonkelnieuw station hebben. Kosten: een slordige 150 miljoen.
We reizen graag naar andere culturen om te genieten van mooie oude stationnetjes. Weer thuis ontworstelen we ons aan schijnnostalgie, en in een zelfreflecterende oprisping beseffen we dat niet de tijden zijn veranderd, maar wijzelf.
Steeds weer bezwijken plannenmakers voor de verleiding van meer, groter, strakker en flitsender. En bestuurders en politici spelen het spel mee. Goed voor hun gemeente, goed voor de uitstraling van de regio en goed voor… nou, vul maar in. En het bedrijfsleven vindt het allang best: extra bouworders, leveranciers, toeleveranciers, de hele rataplan.
Steeds ook wordt het belangrijkste vergeten. Niet snelheid of imago, maar de menselijke maat is het belangrijkst. Als Ede verstandig was geweest had het ingezet op een paar miljoen investering in personeel. Hadden Raad en College gezegd: Laat die 150 miljoen maar in de pocket en doe ons er een stuk of 10 voor investering in mensen in plaats van beton en glas. Had de gemeente ervoor gepleit dat zolang er treinen rijden langs het station er altijd minstens 1 loket open is, er minstens 1 veiligheidsfunctionaris rondloopt, en op elk perron 1 persoon van vlees en bloed, met een scherp verstand, snelle vingers en een warm kloppend dienstverlenend hart om alle reizigersvragen op te lossen. Een bescheiden investering voor een veilig en mensvriendelijk klimaat op en onder alle perrons van het nu reeds beste station van Nederland.