De gemeenteraadsverkiezingen zijn voorbij, de campagnes afgelopen. Je kunt weer veilig langs de weg zonder afgeleid te worden door een foto van een al dan niet lachende politicus/politica. Of het allemaal effectief was, blijft natuurlijk de vraag. Ik heb bijvoorbeeld geen enkele poster van de ChristenUnie gezien en er heel veel van het CDA. Toch haalde de ChristenUnie meer stemmen.
Maar goed, het lijkt erop dat de ene partij meer geld in de campagne heeft gestopt dan de andere. Zoals gezegd was CDA maar tevens VVD en SGP prominent met betaalde reclameposters in het straatbeeld aanwezig en Burgerbelangen bijvoorbeeld niet of nauwelijks. De vraag is of dat veroorzaakt wordt door verschil in strategie of door een verschil in beschikbare geldmiddelen.
Die vraag is niet goed te beantwoorden, omdat er wat financiën van lokale politieke partijen betreft weinig openheid bestaat. Landelijk is wel geregeld dat politieke partijen die ten minste één zetel bezetten in de Eerste of Tweede Kamer, de Provinciale Staten, de gemeenteraden en/of de Algemene Besturen van de waterschappen, verplicht zijn om een openbaar toegankelijk giftenreglement te hebben. In dit reglement moet een partij aangeven ‘hoe zij omgaat’ met ontvangen giften en de openbaarmaking daarvan. Op lokaal niveau is dit echter niet van toepassing.
De Evaluatie- en adviescommissie Wet financiering politieke partijen wil hier verandering in brengen. In haar onlangs verschenen rapport Het publieke belang van politieke partijen.
pleit de commissie ervoor dat politieke partijen op lokaal niveau meer openheid betrachten. Ze wil daarom dat de Wet financiering politieke partijen ook verdergaand lokaal toegepast wordt. De commissie is “van oordeel dat regelgeving wenselijk is betreffende de overige inkomsten van de partijen in het decentraal bestuur. Door het toegenomen belang van het decentraal bestuur is het risico op (de schijn van) financiële beïnvloeding van partijen groter geworden. De commissie wijst hierbij op de actuele discussie over de zogeheten ondermijning van het lokaal bestuur. Hoewel zij geen aanwijzingen heeft dat de politieke partijen hierdoor worden geraakt, bestaat dit risico natuurlijk wel.”
Dit zou betekenen dat partijen jaarlijks een financieel verslag over de partijfinanciën aan de gemeente moeten verstrekken, waarin ook opgenomen staat van wie men giften ontvangt (dit staat los van de financiële verantwoording over de ontvangen fractiegelden, JvdP). Dit zou een positieve ontwikkeling zijn. Deze is niet gebaseerd op wantrouwen, maar op de wens het vertrouwen in het bestuur te vergroten door maximaal transparant te zijn.
Wellicht zijn de geesten in Ede hier nu ook rijp voor. Tijdens mijn lidmaatschap van de Edese gemeenteraad in de periode 2002-2006 was dat nog niet zo. Ik heb toen namens de fractie GroenLinks/PE al eens geprobeerd duidelijkheid over giften aan lokale politieke partijen te krijgen. De reacties op deze ‘nieuwsgierigheid’ waren destijds furieus. “Wie interesseert het of wij geld ontvangen van de plaatselijke slager,” fulmineerde collega’s van andere partijen in de gemeenteraad. En in de Gelderlander werden raadsleden geciteerd met teksten als “Van der Panne gaat te ver”. Tsja, ik had een gevoelige snaar geraakt. Wellicht doordat partijen dachten dat hun integriteit ter discussie werd gesteld.
Maar het ging en gaat ook nu om transparantie. Hopelijk zien de in de huidige Edese gemeenteraad vertegenwoordigde politieke partijen dat wel in. Zij kunnen dat bewijzen door de aanbevelingen van de commissie pro actief uit te voeren en niet af te wachten totdat de aanbevelingen van de commissie wet worden.
1 thought on “Over lokale partijfinanciering”